In de eerste periode moeten de leerlingen van klas 4 Pre-IB een presentatie houden over een middeleeuws onderwerp. Dat hoefde de docent geen tweede keer te zeggen tegen Julia Frenier. Zij verraste haar juf met een zelfgeschreven middeleeuws ridderverhaal. Waarna Julia, volgens opdracht, een visuele presentatie toonde, waarbij ze ook uitleg gaf over het verhaal, de personages, de tijd, de ruimte en het thema.
Veel leesplezier!
Kythaena, het land van rijkdom en goud
Ernaut heeft zijn hele leven gewoond aan de rand van het kleine stadje Kyreanos. Al sinds jongs af aan droomde hij van ridder worden, te vechten voor koning Eos. Op de dag dat Ernaut 6 werd, werd er op zijn deur geklopt. Ernaut bleef bij zijn moeder in de zitkamer terwijl zijn vader de deur opendeed.
‘Meneer, ik ben op zoek naar ene Ernaut van Dijnmos’, klonk er van uit de hal. ‘Mijn zoon?’, vroeg zijn vader aan de mysterieuze man.
Ernaut sprong op van waar hij zat en rende naar de voordeur toe. ‘Ik ben Ernaut van Dijnmos, meneer.’ Toen hij naar de man voor hem keek stond er een ridder. Ernaut had tot toen nog nooit een ridder in het echt gezien, hij had er nog alleen maar verhalen over gehoord.
‘Ik heb een maatje nodig, ik heb gehoord van velen dat jij mij kan helpen’. Een maatje…als hij voor deze meneer zou werken dan zou hij zelf ook een ridder kunnen worden. Ernaut keek zijn vader vragend aan. Zijn vader draaide en keek de meneer aan de deur aan. ‘Ik zou eerst graag de naam willen weten van de man die mijn kind als maat zal hebben.’ Ernaut was nog nooit zo blij geweest. ‘Ser Stefaan, hoofdridder van Eos.’ De hoofdridder…. Ernaut gaat niet mee met een gewoon ridder, hij is gevraagd om mee te gaan met de hoofdridder!
Dat was 12 jaar geleden.
Ernaut zit nu in een koude kerk, waar hij een nacht zal doorbrengen voordat hij als ridder geslagen wordt. Zijn lijf rilt van de kou, maar zo dicht bij zijn droom zijn, houdt hem van binnen warm. Hij probeert te slapen, maar dat is voor hem vanavond onmogelijk. Hij kijkt door het raam als de zon opkomt met de grootse glimlach op zijn gezicht.
Dat is wanneer hij het hoort.
De waarschuwingsbellen.
Ze klingelen door het hele dorp. Ze worden aangevallen.
Er wordt geklopt aan de deur.
Hij pakt zijn zwaard en houdt het voor zich uit terwijl hij naar de grote houten deuren van de kerk sluipt. Dit is waar hij voor getraind heeft. Hij weet wat hij moet doen. Er is opnieuw een klop aan de deur.
‘Ernaut!’
Het is Ser Stefaan. Godzijdank.
Ernaut doet de deur snel open en Ser Stefaan glipt onmiddellijk naar binnen.
‘Je hebt het vast gehoord, Vallaana is Kythaena binnengevallen. We hebben je nodig, Ernaut. Je moet mee, je bent nog misschien geen ridder, maar in mijn ogen wel. Ik geloof dat jij het kan!’
Ernaut knikt woordloos naar zijn mentor. Hij zal vechten. Dit is waar hij over gedroomd heeft, de glorie van een ridder zijn.
Hij rent achter Ser Stefaan aan naar buiten.
Het is chaos. Vuur danst om de huizen heen, er is overal gegil. Maar zelfs met de chaos om hem heen, is Ernaut kalm. In zijn hoofd is hij focust, dus wanneer hij aangevallen wordt door een ander is het gevecht snel over. En dan een ander, en dan een ander. Met elk mens is hij dichter bij Ser Stefaan en de andere ridders.
De ridders van Vallaana trekken zich pas terug lang nadat het donker is. Ernaut bloedt van zijn hoofd tot zijn benen, maar hij voelt geen pijn.
Ze hebben gewonnen. Hij gaat liggen.
‘ERNAUT!’ hoort hij naast zich.
‘Ernaut, word wakker, je moet wakker blijven.’
Ser Stefaan zit naast hem. Het komt wel goed.
Twee dagen later wordt Ernaut weer wakker. Om hem heen staan Ser Stefaan en de andere ridders. Opeens stappen ze allemaal opzij, en door het pad komt de koning. Koning Eos, Ernauts held. Koning Eos heeft een zwaard bij zich.
‘Ga recht zitten, Ernaut van Dijnmos’
Ernaut krijgt zijn lichaam met veel moeite recht.
Koning Eos houdt zijn zwaard uit. De kamer wordt helemaal stil.
‘Een dappere man ben jij, Ernaut. Met dit zwaard benoem ik jou tot Ser Ernaut van Dijnmos, ridder van Eos.’
De kamer ontploft in applaus. Ernaut is een ridder.
